Max Verstappen heeft zich vaker uitgesproken tegen sprintraces. De compacte zaterdagrace haalt volgens hem de ziel uit het klassieke Grand Prix-weekend met uitgebreide voorbereiding, kwalificatie en één climax op zondag. Toch lijkt de Formule 1-leiding vast te houden aan het sprintformat – en dat is slecht nieuws voor de Nederlander.
Waarom de F1 vasthoudt aan sprints
Sprintraces bieden organisatoren en fans extra actie op zaterdag en verhogen de commerciële waarde van een raceweekend. Meer beslissingen, meer tv-momenten en een extra competitief onderdeel midden in het weekend: dat is de logica achter het format.
Waarom Verstappen en anderen kritisch zijn
Voor coureurs die sterk leunen op voorbereiding en set-upwerk, wringt het sprintformat. Minder track time om te finetunen, meer risicomomenten en een verknipt weekendritme zijn veelgehoorde bezwaren. Daarbij kan een sprintincident met schade of gridpenalty’s de zondagrace ondermijnen.
De spagaat: spektakel versus sportief evenwicht
De discussie raakt aan een kernvraag: hoeveel spektakel wil de F1 toevoegen zonder afbreuk te doen aan het sportieve evenwicht? Het kamp-Verstappen ziet liever verdieping en opbouw richting de Grand Prix; de commerciële kant wijst op bereik, engagement en showwaarde.
Wat betekent dit voor 2025 en verder?
De signalen vanuit de top van de sport zijn duidelijk: sprintraces blijven een vast onderdeel van de kalender en uitbreidingen of finetuning van het format liggen op tafel. Voor Verstappen verandert er weinig aan de grote lijn: aanpassen, optimaliseren en op zondag toeslaan.